Zijdehoenders zijn vermoedelijk ontstaan in China en in Europa geïmporteerd rond 1827. De zijdehoen staat bekend om zijn rustige en vertrouwelijke aard en is makkelijk handtam te maken. De hennetjes staan er om bekend dat ze uitstekende broedsters zijn. |
Zijdehoenders zijn heel sociaal naar elkaar toe. Hun vel is donkerblauw of zwart. De veren van zijdehoenders zien eruit als dons of zijden haartjes. Een ander opvallend, ongewoon kenmerk zijn de turquoise, bijna regenboogkleurige oorlellen.
Zijdehoenders hebben een moerbeikleurig aangezicht, blauwe poten, grote donkere ogen en een walnootvormig kammetje bovenop hun kop.
Aan hun poten hebben ze vijf tenen met veertjes.
Zijdehoenders worden gefokt in een grote verscheidenheid aan kleuren en met en zonder baard.
Het is nogal moeilijk om bij zijdehoen kuikens het geslacht te bepalen. Een vrij betrouwbare manier is het letten op de kuif. Bij de hen is deze kuif rond en bij de haan steken er sprieten uit de kuif.
Zijdehoenders vliegen niet waardoor een lage afrastering voldoet. |
In feite deert de winter zijdehoenders niet want hun donzige verenpakje houd ze warm. Als ze altijd maar een droge overdekte plek hebben om te schuilen, hun eieren te leggen en te overnachten.
De zijdehoen stelt qua verzorging geen andere eisen dan een gewone kip. Het enige verschil is dat ze niet graag op stok gaan, in ieder geval niet op hoogte, maar ze gaan liever gezellig op de grond tegen elkaar aan zitten.
Jonge witte Zijdehoenders samen met Barnevelders.
> Bekijk alle berichten