Dit uiteraard oorspronkelijk in Nederland gefokte ras moet zoveel mogelijk gelijkenis vertonen met de grote Noordhollandse Blauwe. Omdat de Noordhollandse Blauwe een fors ras is, zijn ook de krielen vrij groot van formaat. Dit ras heeft een enkele kam en rode oorlellen. De ogen zijn oranjerood en de benen vleeskleurig.
De enige kleur waarin dit ras gefokt wordt is de koekoekkleur. Dit ras wordt officieel Noord-Hollandse kriel genoemd maar door de kleur wordt het ras in de volksmond meestal Noordhollandse Blauwe genoemd. Deze kleur mag niet te veel contrast laten zien maar er moet eerder sprake zijn van donker en lichtgrijs dan van zwart en wit. Hierdoor lijkt het vanaf een afstandje gezien alsof er over het gehele dier, met name bij de hennen, een blauwgrijze waas ligt. Vandaar dus de naam Noordhollandse blauwe.
De Noordhollandse blauwe is van nature erg rustig en kalm. Vliegen doen ze liever niet en daarom kunnen ze behalve in kleine rennen ook heel goed loslopend in de tuin gehouden worden. Meestal blijven ze dichtbij huis en bij het hok.
De dieren hebben een bijzonder aangenaam karakter en ze verdragen elkaar goed. Zelfs de opgroeiende haantjes kunnen lang bij elkaar in het hok verblijven. Doordat het zo’n rustig ras is kunnen ze uitstekend door kinderen verzorgd worden. De hennetjes leggen redelijk goed en worden ook wel broeds.
> Bekijk alle berichten